Rouvoet, partijleider van de ChristenUnie (CU), neemt zijn woorden over homoseksuele kandidaten terug. Woensdagavond zei hij in een interview voor de IKON met Paul Rosenmöller dat de homoseksuele Jonathan van der Geer waarschijnlijk niet op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen (plaats 41) had gestaan, als hij een relatie had gehad. Rouvoet zei achteraf in te zien dat hij het ‘teveel bracht alsof hij een algemene beleidslijn naar voren bracht’. Maar volgens de partijlijn beslist de selectiecommissie van de kandidatenlijst, aldus Rouvoet: ‘Ik had beter naar de uitkomst over onze interne discussie hierover kunnen verwijzen.’
Die discussie laaide eind 2007 op, toen Yvette Lont, raadslid van stadsdeel Amsterdam Zuidoost, een motie indiende die praktiserende homo’s moest uit partijfuncties. Een commissie onderzocht gedragscodes en oordeelde uiteindelijk: ‘De Bijbel staat voorop, maar er komt geen lijst met levenswijzen of gedragingen die uitsluiten dat iemand de CU kan vertegenwoordigen.’ Zowel congres als partijleider waren het eens met dit standpunt: nog steeds, benadrukte Rouvoet. Hij vindt de ontstane ophef ‘heel naar, en dat terwijl ik eigenlijk wilde benadrukken dat ik het zo moedig vond dat Jonathan er zo mee voor de draad is gekomen. Dát wilde ik tot uitdrukking brengen.’
Lees ook:CU blijft om homo’s heen draaien
Lees ook:Homo’s kostte ChristenUnie kiezers
Lees ook:Henk Krol op lijst Euro-verkiezingen
Lees ook:Rouvoet opent conservatief gezinscongres
Lees ook:Hoe een homo zijn redder terugvindt die hem weerhield van zelfmoord