Het begint er steeds meer op te lijken dat homoseksualiteit een aangeboren zaak is, en niet aangeleerd, iets dat religieuze en conservatieve kringen maar al te graag als argument tegen de roze medemens gebruiken. Twintig jaar geleden veroorzaakte moleculair bioloog Dean Hamer de nodige commotie met het ‘homo-gen’: hij had een X-chromosoom ontdekt dat op homoseksualiteit zou wijzen. Daarna volgde studie op studie, die zijn bevindingen in twijfel trokken.
Nu heeft het tot nu toe grootste onderzoek onder 409 paar homoseksuele twee-eiige broers plaatsgevonden. De Amerikaan Alan Sanders en zijn team vonden na vijf jaar onderzoek van bloed- en speekselmonsters bepaalde genen op het X-chromosoom: Xq28. Dat zou kunnen wijzen op aanleg voor homoseksualiteit. Niet iedereen lijkt overtuigd. De gebruikte analyse is achterhaald door nieuwe technieken. Ook Sanders zegt dat de uitkomsten nog geen bewijs zijn voor erfelijke aanleg van homoseksualiteit, maar ‘wel een sterke indicatie’.
Lees ook:Homo’s zorgen indirect voor meer nageslacht
Lees ook:Geen Golden Globes voor The Imitation Game
Lees ook:Geen hiv-overdracht bij serodiscordante koppels
Lees ook:Colt-case-team vindt moordenaar homo’s in 1993
Lees ook:Geen Golden Globes, maar acht Oscar-nominaties voor ‘The Imitation Game’